All Categories
Featured
Table of Contents
In kwetsbare gebieden zijn volgens de Codex geen functiewijzigingen toegestaan. Het RUP behoudt deze beperking ook voor de woningen gelegen in kwetsbare gebieden van lokaal belang, gezien het creëren van een bijkomende dynamiek in deze gebieden niet de bedoeling is. 5. 1.3 Woningen in agrarisch gebied – zijnde niet-kwetsbare gebieden Bouwvolume en bijgebouwen tot 60m² Voor deze woningen stelt de gemeente in haar GRS een uniforme aanpak voorop waarbij de open ruimte maximaal gevrijwaard wordt - bijgebouw laten bouwen.
De mogelijkheden voor bijgebouwen kunnen gebiedsgericht verfijnd worden (kostprijs bijgebouw 30m2). Vanuit het GRS wenst de gemeente dus een uniforme aanpak voor deze woningen, met in se, dezelfde mogelijkheden, waarbij de kwaliteit van de open ruimte maximaal gevrijwaard wordt. De voorgestelde 1000m³ is in overeenstemming met de mogelijkheden volgens de vigerende wetgeving (Codex) voor de niet-kwetsbare gebieden.
Deze moeten wel in functie van het wonen staan. De gemeente vindt dat aparte ‘ruimere’ bijgebouwen in de directe omgeving van de woning moeten mogelijk zijn omdat: de perceelsconfiguratie het dikwijls onmogelijk maakt bijgebouwen aansluitend bij het hoofdgebouw op te richten. een grote woning van 1000 m³ zonder bijgebouwen niet aansluit bij de landelijke woontypologie van de gemeente.
, Revisie 1 Pagina 40 van 85 TOELICHTING BIJ DE OPZET EN UITWERKING VAN HET RUP Een kleinere woning met een ‘ruimer’ bijgebouw sluit veel nauwer aan bij de historische configuratie - houten poolhouse. de gemeente zeer vaak geconfronteerd wordt met de vraag naar een fatsoenlijk bijgebouw. Enerzijds omdat de meeste landelijke woningen een relatief omvangrijke tuin hebben waardoor zij nood hebben aan een ruimer bijgebouw voor het bergen van al het tuingerei (grasmaaier, haagschaar, tuinmeubelen, bloempotten, go-carts, fietsen, …).
Anderzijds zijn voor deze woningen, gezien hun eerder afgelegen ligging, twee auto’s meestal onontbeerlijk. de gemeente wil vermijden dat er een verzameling van koterijen op de woonkavel ontstaat. Ze wil de mensen aanzetten na te denken over hun bijgebouwen. Bijvoorbeeld kan een garage gecombineerd worden met een tuinberging waardoor ze morfologisch één samenhangend geheel gaan uitmaken.
De gemeente is van oordeel dat dit een hogere beeldkwaliteit garandeert op het platteland. Beter één groter verzorgd bijgebouw dan meerdere kleine koterijen. De gemeente is er anderzijds van overtuigd dat ongebreidelde uitbreiding van bebouwing door bijgebouwen in de open ruimte helemaal niet wenselijk is. poolhouse bijgebouw. Er dient dus gezocht naar een oplossing die een antwoord biedt op de bestaande noden, maar anderzijds toch een zekere begrenzing invoert omtrent het toelaatbare bouwvolume per woonkavel (poolhouse).
Op die manier heeft de gemeente een eenvoudig hanteerbare richtlijn aangaande het toelaatbaar bouwvolume per woonkavel, en wordt aan de bewoners een zekere mate van flexibiliteit geboden over de precieze invulling van dit bouwvolume, meer bepaald om dit bouwvolume te verdelen over hoofd- en bijgebouw(en). Wie opteert voor een ruime woning (1000 m³), kan slechts een klein bijgebouw plaatsen (eikenhouten bijgebouw prijzen).
Anderen zullen opteren voor een kleinere woning met een apart bijgebouw voor garage(s) en tuinberging. Op die manier wordt ook verhinderd dat iedereen een woning van 1000 m³ bouwt omdat de oppervlakte van een bijgebouw beperkt is tot bv. 40 m². zoals ook reeds hierboven gesteld zijn dergelijke omvangrijke woningen niet altijd een voorbeeld van een landelijke woontypologie (zonevreemde woning bijgebouw).
Het volume van het hoofdgebouw bedraagt maximum 1000 m³. De oppervlakte van een bijgebouw is maximum 60 m². Er kan maximum één losstaand bijgebouwen worden opgericht. De oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen bedraagt max. 30% van de oppervlakte van de huiskavel. Deze randvoorwaarden worden ingeschreven om te verzekeren dat er een duidelijk hoofdgebouw aanwezig is op de woonkavel en dat de bijgebouwen ondergeschikt blijven.
Er wordt daarom een begrenzing van het maximale totale volume toegevoegd. In concreto kunnen bestaande bijgebouwen samengevoegd worden tot een groter bijgebouw binnen het bestaande vergunde of vergund geachte volume, met een maximum tot 700 m³ - regularisatie bijgebouw. Om bijgebouwen samen te voegen dient een bepaald gedeelte herbouwd te worden bij een ander bijgebouw.
De hierboven uitgewerkte mogelijkheden, vertrekkend van de aanzet in het GRS, betekenen een uitbreiding of aanvulling op de bepalingen die momenteel vanuit de Codex mogelijk zijn in ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden. Woningen in het open agrarisch landschap en de bosrijke gebieden Bijkomend wordt in het GRS gesteld dat in het open agrarische landschap bepaling kunnen worden opgenomen inzake een optimale landschappelijke inpassing en het maximaal vrijwaren van de open ruimte voor de beroepslandbouw (bv.
Bijkomend kunnen binnen het bosrijke gebied bepalingen worden opgenomen inzake een optimale landschappelijke inpassing en het maximaal behoud en eventueel verdere uitbouw van de kleine landschapselementen in het gebied (bv. perceelsafsluitingen afgestemd op de natuurlijke en landschappelijke omgeving, respecteren van het rasterpatroon en versterken drevenstructuur) Een gebiedsgerichte differentiatie van de mogelijkheden is daarom wenselijk.
De mogelijkheden zijn in het bosrijke landschap en de beschermde landschappen strikter dan deze voor het open agrarische landschap dit met de bedoeling de impact van bebouwing op het waardevolle landschap zoveel mogelijk te beperken en de landschappelijke inpassing te optimaliseren. In de beschermde landschappen zijn, rekening houdend met het advies van Onroerend Erfgoed ter zake, als afsluitingen enkel weide-afsluitingen mogelijk en is het wenselijk dat houtkanten en hagen niet beperkt worden in hoogte - hoogte bijgebouw vergunningvrij.
het parkeren op eigen terrein in functie van een nieuwe nevenactiviteit op te vangen, is in beschermde landschappen, niet wenselijk. Aangaande het nieuwe landschap ten zuiden van de Wantebeek zijn nog geen landschapsplannen of visies beschikbaar waarnaar het RUP zich zou kunnen richten om hieraan een bijdrage te leveren met de zonevreemde , Revisie 1 Pagina 42 van 85 TOELICHTING BIJ DE OPZET EN UITWERKING VAN HET RUP woningen (maximale grootte bijgebouw).
In het bosrijke landschap zijn wel een aantal bijkomende nevenfuncties mogelijk, gericht op de toeristisch-recreatieve potenties die dit gebied heeft, aansluitend bij de omgeving van Bulskampveld. Gezien deze deelruimte onderdeel vormt van de toeristisch-recreatieve regio het Brugse Ommeland zijn een aantal bijkomende nevenfuncties mogelijk kaderend binnen plattelandstoerisme. In de herziening van het PRS (2013) wordt expliciet gesteld dat deze regio interessante mogelijkheden biedt voor logies in bestaande gebouwen op het platteland, al of niet kerngebonden.
Zoals reeds gesteld betekenen deze bepalingen dat een aanvulling op de bepalingen van de Codex voor deze woningen nodig is. , Revisie 1 Pagina 43 van 85 5. 1.4 Overzicht van de ontwikkelingsperspectieven per deelgebied/categorie In volgende tabel worden de referentiekaders voor de zonevreemde woningen per deelgebied/categorie weergegeven. In alle zones geldt dat: het bestaande en vergunde aantal woongelegenheden niet mag worden vermeerderd.
Onderhoud- en instandhoudingswerken die geen betrekking hebben op de stabiliteit, zijn toegelaten; Verbouwen binnen het bestaande volume, inclusief onderhouds- en instandhoudingswerken die wel betrekking hebben op de stabiliteit, zijn toegestaan (huis te koop met bijgebouw). Ter volledigheid worden in de tabel ook nog eens een samenvatting van de basisrechten van de Codex RO opgenomen.
van de herbouwen van bestaande bijgebouwen, on- woonkavel kan geacht de grootte. voor 30% ver- samenvoegen van bestaande bijgebouwen Max (houten bijgebouw). bijgebouw rieten dak. 8 toeristische logies, tot één groter bijgebouw, waarbij het totale Leerateliers volume beperkt blijft tot het bestaande hard worden Max. 30m aan één zijde van , Revisie 1 Pagina 45 van 85 TOELICHTING BIJ DE OPZET EN UITWERKING VAN HET RUP een gewijzigde Voor een gebouw of gebouwencomplex dat vroeger de vergunde of vergund geachte volume met het hoofdge- plaats mits mo- hoofdfunctie "landbouw" in de ruime zin had, en indien een maximum van 700 m³; bouw kan als tivatie met een de woonkavel is gelegen langs een lokale weg type I of uitbreiden van bestaande bijgebouwen tuin ingericht beperking tot II en de opp.
, Revisie 1 Pagina 46 van 85 TOELICHTING BIJ DE OPZET EN UITWERKING VAN HET RUP Gebouwen uit Voor gebouwencomplexen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed: de inventaris bouwkundig kunnen bestaande bijgebouwen hoofdgebouw worden, op voorwaarde dat het bestaande bijgebouw hier bouwfysisch voor geschikt is en dat het oorspronkelijke hoofdgebouw hetzij als bijgebouw functioneert, hetzij verdwijnt (landelijk bijgebouw).
Bovendien moet uit het aan- erfgoed vraagdossier duidelijk blijken dat er geen tweede woongelegenheid wordt gecreëerd. Kan het gebruik als solitaire vakantiewoning, worden toegestaan, voor zover er binnen de woning of gebouwencomplex geen functies zijn vergund, die enkel mogelijk zijn als een complementaire functie bij een residentiële woonfunctie. Een woning die door middel van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, als een vakantiewoning werd vergund, kan ten allen tijde terug als residentiële woning worden vergund.
Table of Contents
Latest Posts
Badkleding Kind
Kinderen Badkleding
Sneldrogende Badkleding
More
Latest Posts
Badkleding Kind
Kinderen Badkleding
Sneldrogende Badkleding